De Criollo

Een buitengewoon sterk en stevig paard, de roots van dit ras liggen in Argentinië, maar in heel Zuid-Amerika zijn varianten te vinden.

De criollo stamt net als meerdere andere rassen in Zuid- en Midden-Amerika af van de paarden die de conquistadores naar het Amerikaanse continent meebrachten. Het paardenras staat bekend als het rijpaard van de gaucho, maar wordt op meerdere plaatsen ook gewoon gebruikt als rijpaard. De paarden van het ras staan bekend om hun uitstekende uithoudingsvermogen dat kan concurreren met dat van de volbloed arabier.


Exterieur
De Criollo is vooral beroemd als rijdier van de Gaucho. De Criollo heeft een enorm uithoudingsvermogen.
De Criollo is een compact, stoer gebouwd paard. Hij heeft een kort en breed hoofd, dat uitloopt in een fijne smalle snuit, piramidevormig met een rechte profiellijn, met wijd uiteenstaande expressieve ogen en korte puntoortjes. Hij heeft een gespierde hals op een schuine, sterke schouder met een brede borst. De rug is kort, rond geribd, en een sterke achterhand. Het kruis is rond en gespierd. Hij heeft korte benen, met uitstekend beenwerk, korte koten, smalle harde voeten.


Schofthoogte
De schofthoogte ligt tussen de 1,42m en 1,52m.